Op 16 september 1908 werd de General Motors Company opgericht door William Crapo (Bill) Durant (1860-1947). Durant, voorheen rijtuigbouwer, was vanaf 1904 werkzaam bij Buick en had het bedrijf overgenomen. In 1908 nam hij ook Cadillac en Oldsmobile over en in 1909 Oakland. Omdat verscheidene van Durants transacties inmiddels niet verantwoord bleken, werd hij gedwongen om General Motors te verlaten.

Bij Buick werkte Louis Chevrolet, die met behulp van de financiële medewerking van Durant al enkele prototypes had gebouwd. In november 1911 richtten William Durant en Louis Chevrolet in Michigan samen de Chevrolet Motor Car Company op. Tegen het einde van 1912 verlieten de eerste productie-automobielen de fabriek. De auto’s vielen bij het publiek bijzonder in de smaak en werden goed verkocht.

In 1916 lukte het Durant door het kopen van aandelen wederom het bewind over General Motors te krijgen. De naam werd gewijzigd in General Motors Corporation en zo ging Chevrolet ook deel uitmaken van dit enorme concern.

Door een val van de aandelenkoers werd Durant in 1920 gedwongen om General Motors definitief te verlaten.

Hij statte in 1921met z’n tweede imperium, Durant Motors Incorporated. Behalve de merknaam Durant voerde het concern ook de merken Eagle, Flint, Locomobile, Princeton, Rugby en Star. Na een piek in 1922 met een productieaantal van 55.000 auto’s, daalde het aantal verkochte auto’s in de jaren daarna. In 1922 en 1923 werden ook 6-cilinder Anstead motoren toegepast.

Een dieptepunt qua productieaantallen volgde in 1927, waarna Durant in 1928 met nieuwe modellen kwam.

In 1931 werden Continental motoren toegepast en in dat jaar werden slechts 7.270 auto’s verkocht, waarna Durant in 1932 Failliet ging.

In Canada geproduceerde Durants werden verkocht onder de merknaam Frontenac.