Continental Motors startte in 1905 met het bouwen van motoren voor o.a. auto's.
Men startte met 4-cilinder 4-takt motoren. Continental motoren werden toegepast door autofabrikanten zoals Durant, Kaiser-Frazer, Auburn, Jeep, Dodge, Graham-Paige, Hansa, Peerless en Reo.
In 1932 en 1933 produceerde Continental zelfs complete auto's.
Vanaf 1929 hield hield Continental zich ook bezig met de ontwikkeling en productie van vliegtuigmotoren.
Continental motoren werden in de 2e Wereldoorlog gebruikt in de Jeep, in vliegtuigen en ook in de Sherman tanks.
Toen bij vliegtuigen de zuigermotor wed verdrongen door de straalmotor begon Continental de militaire markt te verliezen.
Kaiser Corporation, die voor al z'n voertuigen Continental motoren toepaste, nam een motorenfabriek van Continental over.
Het merk SCAP (Société de Construction Automobiles Parisiennes) ontstond in 1912 met een reparatiewerkplaats in Parijs. Men begon echter al snel met het bouwen van auto's.
Tijdens de 1e Wereldoorlog bouwde SCAP onder licentie bijna 1000 Hispano-Suiza vliegtuigmotoren aan de Rue Victor-Hugo 47 en 48 in Courbevoie.
Na de oorlog was SCAP voornamelijk bekend door het leveren van motoren aan autofabrikanten zoals Rally, Bucciali, BNC, Tracta en Licorne.
SCAP motoren werden naast Ballot motoren ook toegepast in SCAP auto's.
De automotoren en stationaire motoren werden door de in 1920 opgerichte Anciens Etablissements SCAP S.A. geproduceerd aan de Rue Victor-Hugo 48 in Courbevoie.
De in 1921 opgerichte Automobiles SCAP S.A. produceerde de auto's in Billancourt. In 1929 werd de laatste SCAP auto gebouwd.